Geen belijdenis

Dit gedicht kreeg ik van Kees van Baardewijk toegestuurd.

VOOR DE OUDERS VAN KINDEREN DIE GEEN BELIJDENIS DEDEN

Elk jaar weer hoor je nieuwe namen noemen,
zie je gezichten, verwachtingsvol en blij;
ik ben jaloers, ik kan het niet verbloemen,
die naar óns heet, was er opnieuw niet bij.

En vroeger…puur en aanstekelijk heeft ze geloofd,
ze praatte over Hem, de goede Herder,
maar later was het vuur volkomen uitgedoofd,
en ze gleed van Hem weg, steeds verder.

Ze is de Heer kwíjt en het schijnt haar niet te raken.
Om haar niet te verliezen weet je dat je zwijgen moet,
maar in de nacht lig je te peinzen en te waken,
en niemand kent de pijn die diep van binnen woedt.

Daar staan ze, vooraan in de kerk, een hele rij,
en iedereen hoor je het jawoord geven.
Maar die wij lieten dopen, is er weer niet bij,
wat moeilijk om dit steeds weer te beleven.

Ach, Heer, laat zij zich alstublieft gewonnen geven,
en als ze onwillig is en wie weet misschien verward,
ontferm U dan, draag haar met uw beschermende handen tot aan uw grote en liefdevolle hart.

(c) Kees van Baardewijk