Ps.21:9-11

Uw hand zal uw vijanden slaan,
uw machtige hand uw haters treffen,

u doet hen branden als vuur in een oven
wanneer u verschijnt.

De HEER zal hen in zijn woede verslinden,
vuur zal hen verteren.

Hun kinderen zult u op aarde verdelgen,
hun nageslacht uitroeien onder de mensen.

Ez.25:13

Daarom, zegt God, de HEER, zal ik mijn hand tegen Edom opheffen. Ik zal er mens en dier uitroeien, ik zal het land verwoesten; van Teman tot Dedan zullen allen door het zwaard worden geveld.

Ez.25:16

Daarom, zegt God, de HEER, zal ik mijn hand tegen de Filistijnen opheffen. Ik zal die Kretenzers uitroeien, en wie er van hen in de kustvlakte nog in leven is, richt ik te gronde.

Deut.9:3

Laat vandaag echter goed tot u doordringen dat het de HEER, uw God, is die u voorgaat als een verterend vuur. Hij zal hun ondergang bewerken en hen op de knieën dwingen. Zo zult u hen in korte tijd kunnen uitroeien, zoals de HEER u heeft beloofd.

Deut.12:29

Tegen verleiding tot afgodendienst

Straks zal de HEER, uw God, voor u de volken uitroeien die nu nog het land bewonen dat voor u bestemd is. Als u het eenmaal in bezit hebt gekregen en er bent gaan wonen,

Deut.28:63

En zoals de HEER er eerst vreugde in vond om u te zegenen en in aantal te doen toenemen, zo zal hij u dan met vreugde te gronde richten en uitroeien. U zult worden weggerukt uit het land dat u in bezit zult nemen,

Deut.31:3

De HEER, uw God, zal zelf voor u uit gaan en de volken aan de overkant voor u uitroeien, zodat u hun land in bezit kunt nemen. Jozua zal u daarbij aanvoeren, zoals de HEER heeft gezegd.

Joz.11:20

De HEER had namelijk alle volken zo eigenzinnig gemaakt dat ze hoe dan ook oorlog tegen Israël wilden voeren. Daarom hoefden de Israëlieten die volken niet te sparen en konden ze die vernietigen. Ja, zo konden ze die volken uitroeien, zoals de HEER aan Mozes had opgedragen.

Joz.23:12

Weet dat wanneer u zich van hem afwendt en bevriend raakt met die volken die nog bij u overgebleven zijn, wanneer u zich daarmee vermengt door huwelijken met ze aan te gaan, dan zal de HEER, uw God, die volken niet meer voor u verdrijven. Dan worden ze voor u een klapnet en een valstrik, een zweep die u geselt en een doorntak die u de ogen uitsteekt, net zolang tot u allemaal bent weggevaagd uit dit goede land dat de HEER, uw God, u gegeven heeft.

Est.9:24

Want zo was het gegaan: Haman, de zoon van Hammedata, een nakomeling van Agag en de vijand van alle Joden, had een plan beraamd om de Joden uit te roeien. Hij had het poer, dat wil zeggen het lot, laten werpen om paniek onder hen te zaaien en hen te kunnen uitroeien.