Nu is de Mensenzoon gekomen, hij eet en drinkt wel, en nu zegt men: “Kijk toch eens, wat een veelvraat, wat een dronkaard, die vriend van tollenaars en zondaars.” En toch is de Wijsheid door heel haar optreden in het gelijk gesteld.’
Nu is de Mensenzoon gekomen, hij eet en drinkt wel, en nu zegt men: “Kijk toch eens, wat een veelvraat, wat een dronkaard, die vriend van tollenaars en zondaars.” En toch is de Wijsheid door heel haar optreden in het gelijk gesteld.’