Hos.11:7-11

Mijn volk bijt zich vast in zijn ontrouw jegens mij.
Al roepen ze tot mij, de Allerhoogste,
ik zal hun lot niet verlichten.

Ach Efraïm, hoe zou ik je ooit kunnen prijsgeven?
Hoe zou ik je kunnen uitleveren, Israël?
Zou ik je prijsgeven als Adma,
je laten ondergaan als Seboïm?
Mijn hart wordt verscheurd,
door barmhartigheid word ik bewogen.

Ik zal mijn toorn laten varen
en Efraïm niet opnieuw te gronde richten.
Want God ben ik, en geen mens,
ik ben in jullie midden, ik ben heilig,
ik zal niet meer in woede ontsteken.

De HEER zal brullen als een leeuw en zij zullen hem weer volgen.
Wanneer hij brult, keren ze schuchter terug van overzee,

als bange vogeltjes komen ze uit Egypte,
als duiven uit Assyrië.
Dan laat ik hen weer wonen in hun eigen huis
– zo spreekt de HEER.